Met de benenwagen van noodgebouw naar noodgebouw (1)

Verteller: Teun van Dijk
Auteur: T. Bosma
7 Fans
Slotermeer

Het leventje van kleine Teun maakte een hele ommezwaai toen hij op 5-jarige leeftijd vanuit Watergraafsmeer aan de Burgemeester van Leeuwenlaan te Slotermeer kwam te wonen. Voorheen woonde hij met zijn ouders en zusje in bij een ander gezin. Dat was heel normaal in die tijd omdat er na de oorlog een groot gebrek aan woningen was.

Klassefoto Teun is 3e van links op de bovenste rij, 5 jaar, kleuterschool in noodgebouw 1954. Locatie school: tussen Lodewijk van Deysselstraat en Jacques Perkhof. Met Wereldkampioen Dammen Ton Sijbrands (rechts naast de juf)

Klassefoto Teun is 3e van links op de bovenste rij, 5 jaar, kleuterschool in noodgebouw 1954. Locatie school: tussen Lodewijk van Deysselstraat en Jacques Perkhof. Met Wereldkampioen Dammen Ton Sijbrands (rechts naast de juf)

Alle rechten voorbehouden

Het idee van de aanleg van de Westelijke Tuinsteden bestond al sinds 1933/1934. Als alles volgens plan was verlopen was men rond 1940 aan dat project begonnen. De 2e Wereldoorlog kwam er tussen. De uiteindelijke start van het bouwen
aan de Westelijke Tuinsteden was in 1951/1952. Het had veel tijd gekost om de landerijen te onteigenen. Daarbij moest de veengrond verstevigd worden en had men daarvoor veel zand nodig. En zo ontstond de Sloterplas. Uitgezogen tot ongeveer 35 meter diepte voor de zandwinning voor de bouw. Later zou men er een recreatiegebied van maken. Vanuit de nieuwe woning (opgeleverd in 1954) kon Teun de Westertoren zien, dankzij "Van Eesteren" met zijn tuinstad-ontwerp "Licht-Lucht-en Ruimte". "Ik had natuurlijk ook het geluk dat ik op het laatste trappenhuis woonde want de blokken woningen versprongen ten opzichte van elkaar".
Teun herinnert zich dat er opvallend veel mensen uit overheidsdiensten in "zijn" blok woonden. "Douane-ambtenaren, rijkspolitie, en beroeps-militairen ..... het was een deal met de woningbouw-vereniging. In de woonblokken bij de jachthaven aan de Noordzijde van de Sloterplas zaten b.v. veel mensen die bij Fokker werkten".
De schooltijd van Teun zou je kunnen samenvatten als een "noodgebouw-carriere". De bewoners van de Westelijke Tuinsteden bestonden uit jonge gezinnen met kinderen van kleuterschool- en lagere schoolleeftijd. De Gemeente Amsterdam wilde eerst zien hoeveel permanente scholen noodzakelijk waren. Er werd een schoolontwerp gemaakt in de vorm van een H-model, oftewel 2 gebouwen verbonden met een corridor. Zo'n school bestond uit trappenhuizen zonder gangen, dus de kinderen moesten via elkaars klaslokaal, om bij een trappenhuis te komen." Dit H-model werd herhaald op diverse locaties in de Westelijke Tuinsteden.
Van Eesteren deed het zelfde met de architectuur, maar had wel variaties door middel van hoog -en laagbouw met elkaar af te wisselen", aldus Teun. Van de kleuterschool naar de lagere school verwisselde hij diverse keren van "standaardbouwpakketten" (nood-gebouwen). Dat waren 2 lokalen aan een entree met 3 entrees in totaal en een gaskachel in de hoek. Opgetrokken uit hout dus enorm brandgevaarlijk. In de winter werd De Nederlands Hervormde Noodkerk (waar nu Woningbouwvereniging Rochdale staat) als gymzaal gebruikt. "Dat was dus letterlijk de klapstoelen aan de kant zetten om grondoefeningen, balspelen en tikspelletjes te doen", grinnikt Teun. Toen hij in de 4e klas van de basis-(nood)school zat werd er aan de bouw van een permanente school (de Dr J Koopmansschool) begonnen. Hierdoor moest hij diverse keren met zijn school verhuizen naar andere noodgebouwen. Ze waren allemaal hetzelfde, maar het enige verschil bleek dat de afstand van zijn ouderlijk huis naar school steeds groter werd.

Lees het vervolg van dit verhaal in deel 2.

Gepubliceerd: 11 juli 2007

Alle rechten voorbehouden

1456 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe