Jan de Groot

Auteur: JHvZ iso 22111950 Jan van Zijp

Geboren in 1927 in de Lange Leidsedwarsstraat.

Ik kom uit een christelijk gezin van 8 kinderen. In de buurt van de Vijzelgracht ging ik naar de ‘’Kakschool’’. Toen ik een jaar of 5, 6 was verhuisden mijn ouders naar de Gilless van Ledenbergstraat. Ik ging vanaf mijn zevende jaar in de Bilderdijkstraat naar de school. Mijn moeder komt uit Brabant, een Groenendael. Op een dag ging ik samen met mijn moeder haar familie opzoeken in Brabant. We gingen met de boot (er reden toen nog geen treinen) vanaf de Ruyterkade in Amsterdam naar Den-Bosch. Van daaruit liepen we naar Udenhout. Ik leerde de familie kennen. Samen met de buurman ging ik in de zwarte handel. We kochten thee in voor 25 gulden, en in Amsterdam bracht het 110 gulden op . Een half pond zout (dat je in Amsterdam toentertijd niet kon krijgen) kostte 6 gulden. In de wederopbouw besloot ik voor een jaar naar Limburg te gaan, daar werken als bouwvakker. Ik deed toen tegelijkertijd mijn opleiding. Er zijn kerken, scholen en bruggen die ik heb gebouwd. Mijn vader (ook een bouwvakker) heeft nog meegebouwd aan het Kasteel van Amstel op de Kloveniersburgwal. Ook heb ik 7 jaar bij de metro gewerkt. Voordat ik in ‘’47 DPL kreeg, en in Indonesie bij de infanterie als militair in het leger moest vechten, ontmoette ik Caroline Remy. Ook zij kwam uit een gezin van 8 kinderen. Tijdens mijn verblijf in Indonesie schreven we elkaar brieven. De Familie Remy waren buren van de Groenendaels. Toen ik in ‘’50-‘’51 terugkeerde met de Tabinta, wachtte Caroline me op. We hadden zes maanden verkering. Op mijn vechttpet had ik haar naam geschreven. Mijn dienstkamerraad zei; ‘’Jij gaat terug naar Caroline’’. In 1953 zijn we in Amsterdam getrouwd voor de wet, en in Udenhout voor de kerk. We zijn daarna gaan inwonen bij mijn Zwager in de Molukkenstraat, achter de kapper. We hadden een achterkamer, er was geen schoorsteen. Na 3 jaar er gewoond te hebben, schreven we ons in bij de woningbouwvereniging Oost. We kwamen terecht in de Krommeniestraat in de Spaarndammerbuurt. We hadden 3 kamers, en een grote keuken. Het was voor Caroline niet al te makkelijk, in de stad te wonen, Brabant vond ze fijner. Toen we onze drie kinderen kregen (‘’57, dochter Lamberdina, ‘’60, zoon Remi, ‘’63, zoon Chris) hebben we ons ingeschreven voor een grotere woning. Zo zijn we in de Colijnstraat 102, 1 hoog terecht gekomen. We woonden boven een garage, die niet van ons was. Het was een koude woning met 4 kamers, een groot balkon, en geen tuin. De overstap van de Spaarndammerbuurt naar Geuzenveld, was heel erg fijn. Vroeger konden we niet op straat voetballen, maar in Geuzenveld had je volop de ruimte en rust. Vrienden verklaarden ons voor gek dat we in die ‘’wildernis’’ gingen wonen. Want dat was het; één grote zandvlakte, met bomen, uitzicht op de weilanden. We kwamen in de hemel terecht. Er was veel groen, viswater, en het gras groeide volop. De buren, met wie we in de Colijnstraat hebben gewoond, wonen nu ook in hetzelfde gebouw als wij in de Wigbolt Ripperdastraat. In de loop der jaren kwamen er goedkopere woningen, en kwamen hier veel buitenlanders wonen. We hebben veel gevaren met onze ’’Westlander". In Noord-Holland, en naar ons huisje in Vinkeveen. Nu hebben we daar niks meer van, we genieten van onze woning in Geuzenveld. Ik hou veel van vissen. Vroeger vistte ik regelmatig in de Albadargracht, en ik heb wel eens karpers gevangen van 30pond. En kroeskarpers (die normaal 15cm zijn) zitten er ook van 35cm. Nu is het water in de Albadargracht vies geworden, en als ik vis, dan ga ik naar de Plesmanlaan.

Nadat Caroline en ik onze drie kinderen (Lamberdina, Remi en Chris) hadden gekregen hebben we ons ingeschreven voor een grotere woning. Zo zijn we in de Dr. H. Colijnstraat terecht gekomen. We woonden boven een garage, die niet van ons was. Het was een koude woning met vier kamers en een groot balkon, maar geen tuin. De overstap van de Spaarndammerbuurt naar Geuzenveld was heel erg fijn. Vroeger konden we niet op straat voetballen, maar in Geuzenveld had je volop de ruimte en rust. Vrienden verklaarden ons voor gek dat we in die ‘’wildernis’’ gingen wonen. Want dat was het voor een deel, één grote zandvlakte, met een paar bomen en uitzicht op de weilanden. Maar wij hadden het gevoel dat wij in de hemel terecht kwamen. Want er was ook veel groen en genoeg viswater. Later gingen wij in de Wigbolt Ripperdastraat wonen. Ook de buren, met wie we in de Dr. H. Colijnstraat hebben gewoond, wonen nu ook in dezelfde flat. In de loop der jaren kwamen er in de goedkopere woningen veel buitenlanders wonen, maar wij wonen er nog steeds omdat het ons bevalt.
We hebben vroeger ook veel gevaren met onze boot ’’Westlander".Door Noord-Holland kruisen en natuurlijk naar ons huisje in Vinkeveen. Nu hebben we daar niks meer van en genieten we van onze woning in Geuzenveld. Ik hou nog steeds veel van vissen. Vroeger viste ik regelmatig in de Albardagracht en ik heb daar wel eens karpers gevangen van 30 pond. En kroeskarpers, die normaal 15 cm zijn, zitten er ook, maar dan wel tot 35 cm lang. Nu is het water in de Albardagracht te vies geworden en als ik wil gaan vissen dan ga ik naar de Plesmanlaan.

Jan de Groot

compleet

Alle rechten voorbehouden

178 keer bekeken

Geen reacties

Voeg je reactie toe